De Gewortelde Leefwijze
We lieten de veganist de vorige keer achter in het dal… zijn tocht voltooid, zijn lichaam getraind, zijn geest helder. Voor het eerst sinds lange tijd had hij de ruimte genomen om te ademen, om simpelweg te zijn. Maar de stilte van de berg bleek verraderlijk tijdelijk. Want daar, in het dal, wachtte de wereld. Druk, chaotisch, veeleisend. En al snel mist hij wat hij boven vond: rust, overzicht, richting.
Want hoe helder je ook denkt, hoe fit je ook bent, hoe scherp je systeemkritiek ook is… niets bereidt je voor op het lawaai van beneden. Op de constante confrontatie met alles waar je je van hebt afgekeerd. In het dal worden dieren nog altijd opgesloten, verkracht, vermoord. De klok bepaalt je dagen, de agenda je waarde, de economie je tempo. Je tijd is niet van jou. Je aandacht wordt geroofd, je rust verstoord, je principes op de proef gesteld. En hoe krachtig je ook bent geworden… het kan te veel zijn…maar het mag ook te veel zijn.
De veganist is niet zwak als hij zich overweldigd voelt. Hij is niet laf als hij twijfelt. Want het is geen kleine opgave: trouw blijven aan jezelf in een wereld die iets totaal anders van je vraagt. De taak om simpelweg te zijn… echt te zijn… voelt in zo’n omgeving haast onmogelijk.
Wat dan? Vluchten? Terug de berg op, waar het stil is, waar je niemand hoeft uit te leggen waarom je geen kaas eet? Je terugtrekken in je eigen veilige bubbel, ver weg van het geweld? Nee. De Super Vegan vlucht niet. Maar hij doet ook niet alsof er niets aan de hand is. Hij leeft zijn waarden niet als lifestyle, maar als fundament. En fundamenten… moeten wortelen.
In het domein van De Gewortelde Leefwijze zoekt de veganist geen uitweg, maar een thuis. Geen vlucht, maar verankering. Hij blijft in het dal, maar maakt ruimte voor zichzelf. Hij zoekt een plek waar hij zich niet hoeft te verdedigen, waar hij niet voortdurend hoeft uit te leggen waarom hij anders eet, anders voelt, anders kijkt. Een plek waar hij niet hoeft te strijden om bestaansrecht. Waar hij gewoon mag zijn.
Want om vol te kunnen houden, moet je eerst kunnen landen. Aarden. Je nieuwe gewoonten zijn pas geworteld als ze bestand zijn tegen het weer van het dal: de opmerkingen, de blikken, de grappen, de hypocrisie, het geweld. En dat vraagt oefening. Herhaling. Ritme. Rust. Herhaal wat je daarboven hebt geleerd. Herinner wat je daar hebt gevonden. En breng het hier, naar beneden.
Hij zoekt anderen…mensen die, net als hij, de norm afwijzen. Die ook proberen te aarden. Die ook zoeken naar houvast. Misschien niet op dezelfde manier, misschien met andere woorden, andere rituelen… maar ook zij proberen te leven op een manier die klopt.
Wortel. Sla je anker uit. Niet om stil te staan, maar om te kunnen blijven. Zodat je niet telkens terug hoeft naar boven om jezelf te hervinden. Maar juist hier… midden in het systeem dat je afwijst… kunt leven zoals jij hebt gekozen te leven.
De Tiende Plek van de Super Vegan
Waar de veganist woont, leeft de Super Vegan
Je ontkomt er niet aan: wie leeft in het dal, leeft binnen het systeem. Hoe je het ook wendt of keert, je loopt erdoorheen. Je ademt het in. Je werkt, je koopt, je beweegt door een wereld die is gebouwd op uitbuiting… van arbeid, van land, en van lichamen. En dat is uitputtend. Het systeem slurpt je leeg, mentaal én fysiek. Precies daarom moet de veganist goed voor zichzelf zorgen. Sterk zijn. Fysiek, mentaal, moreel. Maar discipline alleen is niet genoeg. Een koude douche, een ademhalingsoefening tussen twee vergaderingen door… het houdt je op de been, maar het houdt je niet overeind. Dat gevoel van boven op de berg… waar het stil was, helder, overzichtelijk… dat moet je meenemen. Het dal in.
Blijven zitten op die berg, verlicht en ver weg, lijkt verleidelijk. Je zou er sterker blijven, schoner, scherper. Maar het is een illusie. Want het is niet in het belang van de dieren dat jij je terugtrekt. Niet zij die opgesloten zitten, dag in dag uit, in de schaduw van menselijke vanzelfsprekendheid. Zij hebben jou nodig. Jij, die ziet dat het niet klopt. Jij, die voelt dat dit niet het leven is zoals het bedoeld is. Jij, die ooit besloot: dit stopt hier.
Maar dat betekent niet dat je je elke dag moet onderdompelen in het geweld van wat wij ‘de norm’ zijn gaan noemen. Je hoeft niet elke seconde weerstand te bieden. Niet elke minuut activistisch te zijn. Juist niet. Want wie alleen maar vecht, raakt op. En wie opraakt, verliest de kracht om te dragen wat gedragen moet worden.
Daarom: je mag je (tijdelijk) terugtrekken. Naar jouw plek. Een ruimte waarin de wetten van het systeem even niet gelden. Waar je geen compromis hoeft te sluiten met vleesetende visite of marketingafval. Waar je adem mag halen. Waar je mag thuiskomen.
Een keuken waar de koelkast rijkelijk gevuld is met tofu, groenten, fruit, linzen, havermelk en bakken sojakwark. Een aanrecht vol potten met geweekte bonen, kruiden uit eigen tuin, noten in glazen potten. Geen leren bank, maar een zachte plek van stof en hout, gedragen door jaren van keuzes die kloppen. Geen decoratie van dood, maar boeken, planten en stenen. De geur van een voedzaam wokgerecht, de troost van een kop groene thee, het gezelschap van een dier dat leeft omdat jij koos om hem niet te doden.
Het lijkt klein,… een kamer, een huis, een tuin. Maar het is revolutionair. Een plek waar je niet hoeft uit te leggen wie je bent. Waar je geen excuus hoeft te maken voor je principes. Waar je niet hoeft te vechten om jezelf te mogen zijn.
Daar, in die ruimte, mag je zakken. Aarden. Grond onder je voeten voelen. Ritme vinden. Herhaling. Veiligheid. Daar herstelt wat de dag met je deed.
Wortelen begint in die ruimte. En elke dag dat je er bent, verstevig je jezelf. Zodat je, wanneer je weer naar buiten gaat, rechtop blijft staan. Niet ondanks het systeem… maar midden erin.
Maar zelfs die plek die als thuis voelt, kan ongemerkt aan je trekken… langzaam je rust uithollen, je ritme verstoren, en je geluk ondermijnen… juist daar, waar je dacht veilig te zijn.
Wortelloos Wonen
Een huis dat niet in orde is… dat is geen kleinigheid. Het is een fundament dat trilt. Onderzoek toont keer op keer aan dat slechte woonomstandigheden, zoals gebreken, overbevolking, vocht of onveiligheid, rechtstreeks je mentale welzijn ondermijnen.
Wie langdurig in een woning met structurele problemen woont, ervaart procentueel meer psychische nood…zelfs als de staat later verbetert. Slechte woonkwaliteit wordt in verband gebracht met angst, depressie, slaapproblemen en verlies van psychische veerkracht.
Daar komt bij dat slechte omstandigheden je gevoel van controle aantasten. In een woning met gebreken voel je je machteloos, niet betrouwbaar, letterlijk en figuurlijk vergeten… en dat wringt diep. Vooral in gezinnen met kinderen heeft een onveilige woonsituatie gevolgen die verder reiken: gedragsproblemen bij kinderen, leerachterstand, gevoelens van hoop-verlies bij ouders.
Ook het omgevingseffect is groot. Onderzoek laat zien dat wie in een betonnen omgeving leeft…zonder bomen, tuinen of toegang tot groenn…gemiddeld hogere stressniveaus, hogere bloeddruk en slechtere slaap ervaart dan mensen die in of nabij natuur wonen. Stadsbewoners die weinig groen zien, rapporteren vaker gevoelens van angst en depressie, terwijl contact met natuur meetbaar het cortisolniveau verlaagt, het concentratievermogen vergroot en het gevoel van verbondenheid versterkt.
Het verschil is voelbaar:
Tussen beton leef je met constante visuele en auditieve prikkels… verkeer, sirenes, muren, lichten. Je zenuwstelsel staat permanent aan.
Tussen bomen werkt de omgeving als ruisonderdrukking. Het groen filtert geluid, lucht en gedachten. Je hartslag daalt, je ademhaling verdiept, je zintuigen schakelen over op een rustiger stand.
We eten, bewegen en consumeren niet alleen verkeerd… we wonen ook op de verkeerde manier. Het overgrote deel van de Nederlanders woont in dichtbebouwde gebieden. Ongeveer 92% leeft in stedelijk of halfstedelijk gebied, waarvan een groot deel in wijken waar de openbare ruimte vooral bestaat uit stenen straten, parkeerplaatsen en strak gesnoeide plantsoenen. Dat kan in een appartement in de binnenstad zijn, maar net zo goed in een rijtjeshuis in een buitenwijk waar het groen functioneel is aangelegd en zelden de rijkdom van echte natuur heeft.
Op papier is zo’n wijk ‘rustig’… de tuinen overzichtelijk, de wegen smal, het speelpleintje netjes. Maar de prikkels blijven: verkeer, straatlantaarns, het constante achtergrondgeluid van de stad die nooit helemaal wegvalt. Bovendien is er in veel woonwijken weinig biodiversiteit. Bomen worden geplant als decoratie, niet als onderdeel van een levend ecosysteem.
Een huis dat niet klopt, in een omgeving die je niet voedt, is geen tijdelijke onhandigheid. Het is een constante die je hoofd vult met ruis en je lichaam uit balans brengt. Maar een plek die je draagt… stevig gebouwd, in contact met groen…werkt als een verlengstuk van jezelf. Het is geen luxe. Het is een basisvoorwaarde.
En Toen Regende het Binnen
Hoeveel impact een huis op je kan hebben, heb ik de afgelopen jaren aan den lijve ondervonden. Tot vorig jaar zomer woonde ik in een appartement in Den Haag, in een populaire wijk dichtbij strand en parken. Lange tijd voelde dat goed, totdat lekkages mij begonnen te vinden. Eerst af en toe, later structureel. En voor je het weet beland je in een bureaucratische hel van VvE-vergaderingen, eindeloze e-mails en eindverantwoordelijkheid zonder zeggenschap. Een conflict dat je niet kiest, maar waar je in wordt gezogen. Elke regenbui werd een mentale test: is dat een nieuwe plek op het plafond, of zat die er al? De stress vrat aan me: aan mijn nachtrust, mijn stemming, mijn energie. Aan de kleine routines die me overeind hielden.
Thuis werd steeds minder thuis. Steeds minder een plek om te herstellen, vrij van de heersende norm. Ik at slechter, koos vaker voor gemak. In de stad is comfort altijd dichtbij: junkfood is één swipe verwijderd, ook de vegan variant… plantaardig, maar niet voedend.
Tussen de lekkages door gingen Romy en ik er even tussenuit. Geen resort, maar een klein huisje op het erf van iemand in Drenthe. Een eenvoudige plek met rust, ruimte, groen en dieren. De tuin was omheind zodat Odis vrij kon rondlopen. Aan de overkant leefden geiten, iets verderop twee hangbuikzwijnen, links een toompje kippen, en aan de rand van het terrein paarden op uitgestrekt land.
Alles daar klopte. Mens en dier leken naast elkaar te leven zonder dat de een de ander beheerde. We voelden er een onverwacht, diep geluk. Yoga bij zonsopkomst, Odis die vriendschap sloot met een brutaal bokje genaamd Guus. Daar, in die eenvoud, besefte ik: dit klopt. Niet dat ons leven in Den Haag fundamenteel fout was, maar het was ook niet fundamenteel goed. We woonden omringd door beton. Groen was er wel, maar altijd in vakjes… aangelegd, afgebakend. In Drenthe voelde ik dat ik daar niet meer hoorde. Ik hoorde buiten. Met mijn voeten in het gras, aarde onder mijn nagels, bomen om me heen, leven overal.
Dat midweekje tussen de dieren veranderde iets. Voor het eerst dacht ik: dit wil ik, niet als vakantie, maar als levensvorm. Buiten, niet opgesloten. In stilte en ritme, in verbinding met dag, seizoen en mezelf. Niet om te vluchten, maar om er middenin te staan.
Een jaar later vonden we het: een vrijstaand huis op het platteland, tussen de akkers. Niet perfect, maar met genoeg rust, ruimte en groen om iets op te bouwen dat wél klopt. Ik leerde er tuinieren, leerde luisteren naar wat groeit, sterft en terugkomt. Ik leef nu mee met de seizoenen, in plaats van er doorheen. Ik legde paden aan, kruiwagens vol zand en steen, zweet in mijn nek, modder aan mijn enkels. Ik sloot vriendschappen met de liminale bewoners: pimpelmeesjes die bij me ontbijten, een rat die ik Solo noem en die zich laat zien bij het vogelkastje wanneer de vogels rusten.
Hier kan ik aarden. Vertragen. Vergeten wat snelheid van me vraagt. Het is mijn fortress of solitude… een plek om te zijn. Maar ook hier is de norm nooit ver weg: zo staat vijfhonderd meter verderop een melkveebedrijf met honderdvijftig koeien die nooit buiten komen. Ook hier vindt het systeem me. Maar hier klopt de basis wel. Hier staat de fundering.
En als jouw huis nu niet als thuis voelt, en vertrekken geen optie is: creëer een plek die van jou is. Al is het een plant op je vensterbank, een stoel in de ochtendzon of een hoekje waar niemand je stoort. Iets kleins waar je kunt landen, ademen, opladen. Waar je ook woont, hoe je ook leeft: zorg dat je basis klopt. Net zoals je schoon eet, goed beweegt en niet eindeloos scrollt, moet ook je omgeving je dragen. Zodat je niet wordt geleefd, maar leeft. Sterk genoeg om naar buiten te gaan, zacht genoeg om je hart open te houden.
De Elfde Vriend van de Super Vegan
Waar de veganist worstelt in stilte, zal de Super Vegan zijn stem delen
De veganist is een zonderling. Niet omdat hij dat wil zijn, maar omdat hij dat is. Minder dan één procent van de Nederlanders leeft volledig plantaardig. De kans dat je in de supermarkt een miljonair tegen het lijf loopt, is groter dan dat je een andere veganist tegenkomt. En zelfs als dat gebeurt, betekent dat nog niet dat je dezelfde taal spreekt.
Want veganisme is geen club. Geen stempel. Geen identiteit die je deelt zoals een voetbalclub of een dieet. Het is eerder een breuklijn. Een beslissing die je anders laat kijken naar de wereld…en daarmee ook een beetje anders maakt. De wereld blijft doordraaien zoals altijd, maar jij bent uit de pas gaan lopen. En hoe verder je daarin gaat, hoe stiller het wordt om je heen.
Het aantal veganisten dat ik in het wild ben tegengekomen, kan ik op een hand zonder duim tellen. En wie ik tegenkwam, deed precies wat ik toen ook deed: ze pasten hun dieet aan, maar gingen verder gewoon mee in de stroom. Ze aten geen dieren meer, maar stelden geen vragen op vergaderingen. Ze keken weg als iemand een grap maakte over vegans, om de sfeer niet te verstoren. Ze wilden wel veranderen, maar niet botsen. Niet te veel opvallen. Geen strijd.
Zo was het ook voor mij. Lange tijd. Totdat ik besefte dat alleen mijn dieet aanpassen niet genoeg was. En zodra je dat besluit neemt… zodra je activistischer wordt, zichtbaarder, principiëler… wordt de eenzaamheid nog net een tikje groter. Je verandert niet alleen wat je eet, je verandert ook wat je verdraagt. Wat je slikt. Wat je stilzwijgend laat passeren. En dat heeft gevolgen.
Want terwijl jij bewuster leeft, gaat de wereld door alsof er niets aan de hand is. Jij kijkt, maar ziet iets anders. Jij voelt, maar wordt niet gevolgd. En dat is zwaar. Niet omdat je zwak bent, maar omdat je mens bent. Je ziet wat anderen liever niet zien. Je voelt wat anderen wegdrukken. En ondertussen ga je gewoon naar je werk. Betaal je je belasting. Scroll je, slik je, werk je, ren je. En doe je dat allemaal in een wereld waarin jouw keuze voelt als een afwijking. Als een irritatie. Als een aanval.
Beneden in het dal is het lawaai luid. Mensen praten, lachen, verdedigen wat ze gewend zijn. Iedereen wil gehoord worden, maar niemand luistert echt. En als je daar als veganist je stem probeert te laten klinken, voelt het alsof je tegen de wind in praat. Alsof je roept in een kamer waar niemand opkijkt.
Maar als je beter luistert… echt luistert… hoor je iets anders. Tussen de stemmen door zijn er mensen die stil zijn. Mensen die kijken zoals jij kijkt. Die voelen zoals jij voelt. Ze hebben misschien nog geen woorden, nog geen stappen gezet… maar ze zijn er wel. Mensen die anders willen. Die twijfelen. Die schuren. Die breken. Die kiezen. En de mensen die al wél anders leven, net als jij… die zijn er ook. Je moet ze alleen weten te vinden.
De Morele Eenling
Eenzaamheid onder veganisten is geen mythe. Verschillende studies tonen aan dat mensen die ethisch gemotiveerd veganist zijn, zich vaker sociaal geïsoleerd voelen dan mensen die om gezondheidsredenen of het milieu plantaardig eten. Niet omdat ze geen vrienden hebben, maar omdat ze zich anders voelen. Vervreemd. Vaak is het geen fysieke eenzaamheid, maar een morele… het gevoel dat je in een andere werkelijkheid leeft dan de mensen om je heen.
Uit een onderzoek uit 2018 blijkt dat veganisten regelmatig stuiten op sociale uitsluiting, stereotypering en ongemak tijdens alledaagse situaties: familiediners, werkborrels, feestjes. En hoe consequenter en principiëler je leeft, hoe groter die kloof kan voelen. Niet omdat je je beter voelt, maar omdat je iets ziet wat anderen liever niet willen zien… en daar ook nog naar probeert te leven. Dat kan iets doen met je mentale gezondheid…maar toch zijn juist veel veganisten mentaal sterk. Dat moeten ze wel zijn. Want afwijken van de norm vraagt moed. Het is makkelijk om mee te doen. Moeilijker om nee te zeggen. Nog moeilijker om dat dag in dag uit te blijven doen. Alleen. Zonder applaus. Zonder beloning. De veganist kiest niet de makkelijke weg, maar de juiste. En dat maakt hem krachtig.
Maar het ironische is: hoe krachtiger je moreel staat, hoe zwakker je sociaal vaak wordt behandeld. Degene die zich uitspreekt, wordt ‘moeilijk’ gevonden. Die wordt als storend gezien. Alsof empathie een zwaktebod is. Alsof het weigeren om weg te kijken een karakterfout is. Maar de ware zwakte is niet het zien van leed…het is doen alsof je het niet ziet.
En het is niet alleen het zien dat zwaar is. Het is ook het telkens opnieuw moeten uitleggen. Waarom je dit niet eet. Waarom je daar niet naartoe wilt. Waarom je zwijgt wanneer anderen lachen. Waarom je die reclame niet grappig vindt. Het is vermoeiend om voortdurend de uitzondering te zijn. Alsof jij je moet verantwoorden voor een keuze die in wezen simpel is: niet doden als het niet hoeft.
Dat put uit. En soms word je daar cynisch van. Kortaf. Moe van mensen. Moe van praten. Moe van nuance. Het is dan verleidelijk je hart te sluiten. Alleen nog te denken in wij versus zij. Maar dat is niet de weg. Dat is wat het systeem wil… verdeel, individualiseer, isoleer.
Maar je hoeft het dus niet alleen te doen. Misschien ben je de enige veganist op jouw kantoor… maar een gebouw verder zit er misschien nog één. Je ziet het niet aan mensen. Je hoort het zelden hardop. Maar ze zijn er. Meer dan je denkt.
En hoe gebroken onze samenleving soms ook aanvoelt: mensen zijn en blijven sociale dieren. Ook de veganist is niet gemaakt om alleen te strijden. Ook hij wil onderdeel zijn van een kudde… niet om gedachteloos mee te rennen, maar om richting te delen. Niet om op te gaan in de massa, maar om betekenis te vinden in het samen dragen van wat ertoe doet.
De Strijd Delen, Niet Alleen Voeren
Wanneer mensen zich verbonden voelen in een gedeeld doel, gebeurt er iets bijzonders. Het brein maakt oxytocine aan… het hormoon van nabijheid, aanraking, verbondenheid. Maar niet alleen dat: er ontstaat mentale veerkracht. Je kunt meer aan, draagt zwaarder, valt minder snel terug. Samen ergens voor staan maakt het doel niet alleen dragelijker, maar ook dieper. Meer van jou.
Daar kan ik inmiddels over meepraten. Romy, mijn vriendin, en ik leerden elkaar kennen in één van die kantoortuinen waar ik… zoals zo vaak… de enige veganist was. Zij was het toen nog niet. Maar toen ik een paar bureaublokken verderop belandde, bleek ze in de tussentijd andere keuzes te zijn gaan maken. Ze was vegan geworden. Door mij, zei ze. Niet door m’n betoog of m’n activisme, maar gewoon omdat ze dacht: als die sukkel het kan… dan kan ik het ook.
Ik ben niet verliefd geworden op Romy omdat ze vegan is. Maar om een relatie in stand te houden, helpt het wel. Want stel je voor dat de koelkast die ik vul met tofu, tempeh en sojakwark, ook gevuld zou zijn met filet americain en biefstuk? Dan is thuis geen thuis meer. Dan voer je niet alleen een strijd buiten de deur, maar ook daar waar je zou moeten kunnen landen.
Het leven is voor mij dragelijker geworden sinds ik het kan delen. Niet alleen met Romy, maar ook met anderen. Sinds ik begon met The Vegan Thinker kreeg ik berichten van tal van mensen die zeiden: dank je, ik voelde me alleen… maar nu even niet meer. En ik begreep dat. Want dat gevoel…van anders zijn, van alleen zien wat anderen negeren… dat draag ik al jaren met me mee.
En alhoewel het moeilijk om in het wild gelijkgestemden te vinden leven we gelukkig in een tijd waarin dat niet meer de enige optie is. We dragen allemaal dat ene apparaat in onze zakken…en wie dat bewust gebruikt, kan de digitale wereld inzetten om anderen te vinden. Om verbinding te maken die verder gaat dan memes en likes.
Zo heb ik via het digitale landschap een vriendschap gesloten die mijn denken verrijkt. Waarin gesprekken niet alleen bevestigen, maar uitdagen. Die me inspireert, confronteert, voedt. Iemand bij wie ik mijn worstelingen kwijt kan zonder me te hoeven verdedigen. En dat is goud waard: weten dat er altijd iemand is met wie je het systeem even kunt laten wankelen… al is het maar in woorden.
Maar die verbinding moet niet alleen gezocht worden bij andere veganisten. Want als we alleen elkaar opzoeken, blijven we steken in de bubbel. En daar wil ik niet wonen. De wereld verandert niet van binnenuit een echozaal. Juist verbinding met niet-veganisten is essentieel. Dat vraagt iets anders: niet trekken, niet overtuigen…maar blijven verbinden. Blijven praten. Blijven luisteren. Als ik dat niet had gedaan, had ik vriendschappen verloren die ik nu intens koester. Mensen die anders eten dan ik, maar met wie ik wel kan zijn wie ik ben. En dat is belangrijker dan gelijk krijgen.
Want als het doel niet alleen over jezelf gaat, maar over rechtvaardigheid… over het redden van levens, het herstellen van schade, het kiezen voor compassie…dan komt er iets bij: zingeving. En precies dát is wat veel mensen missen. Niet een betere baan. Niet meer geld. Maar een reden om op te staan. Een reden die groter is dan zijzelf.
Veganisme kan die reden zijn. Niet als identiteit, maar als richting. Niet als ideaal, maar als pad. En hoe meer mensen dat pad samen bewandelen, hoe steviger het wordt. Niet per se makkelijker… maar wel dragelijker.
De Twaalfde Herhaling van de Super Vegan
Waar de veganist begint, begint de Super Vegan opnieuw
We hebben nu gesproken over de plek waar je je tijdelijk kunt terugtrekken. Over vriendschappen die je dragen. En over het besef dat je deze strijd niet alleen hoeft te voeren. Maar dan rest er nog één ding om werkelijk te wortelen in het dal… en dat is herhaling. En als er iets is waar je mij op kunt betrappen in alles wat ik schrijf, dan is het dát. Ik herhaal mijzelf vaak. Ik kom terug op dezelfde thema’s. Ik vertel je dingen die je al eerder hebt gelezen. Misschien is dat een zwakte van mij als schrijver… maar het is ook iets anders.
Door te herhalen blijf je wakker. Door te herhalen blijf je bewegen. Herhaling is geen vorm van stilstand, maar van richting kiezen… telkens weer. Het voorkomt dat je verslapt. Dat je in slaap sukkelt tussen de ruis van de wereld. Het is de manier waarop je bewust blijft in een systeem dat je liever verdooft. Herhaling is geen zwakte, maar een kracht. De kracht om actief te blijven… juist op de dagen dat je liever zou opgeven.
Want het verschil tussen de veganist en de Super Vegan zit niet alleen in visie of overtuiging. Het zit in wat je doet als niemand kijkt. In wat je blijft doen, ook als het moeilijk wordt. Ook als je moe bent. Ook als de wereld je probeert terug te trekken.
De veganist weet wat goed is. Hij wil het goede ook doen. Maar telkens opnieuw nadenken, plannen, uitleggen, verdedigen… dat put uit. En dus verslapt het soms. Verschuift het. De boodschap is helder, maar de praktijk wankelt. Omdat het nog geen ritme is geworden. Nog geen grond.
De Super Vegan begrijpt dat morele kracht niet schuilt in het moment van inspiratie, maar in de keuze om te blijven. Om te herhalen. Om ook op een doordeweekse dinsdag trouw te zijn aan wat je weet. Hij bouwt geen leven rond uitzonderingen, maar rond structuur. Niet omdat hij streng is, maar omdat hij zacht wil blijven. Omdat hij weet dat je alleen trouw kunt blijven aan je waarden als je ze inbouwt in je dagen.
Ritme is geen verplichting. Het is een morele fundering. Geen dictaat van buitenaf, maar een keuze van binnenuit. Een vorm van vrijheid die niet loslaat, maar vasthoudt. Vasthoudt aan wat je belangrijk vindt. Aan wie je wilt zijn.
En discipline? Dat is geen straf. Geen koude douche in moreel uniform. Discipline is zachtheid met een geheugen. Een manier om jezelf te beschermen tegen de ruis van de wereld. Niet om jezelf te beheersen, maar om trouw te blijven. Aan het dier. Aan jezelf. Aan het leven dat je wilt leiden.
Want herhaling is waar het gebeurt. Niet in de grote momenten, maar in de kleine. Niet in wat je gelooft, maar in wat je doet. Steeds weer.
Herhaling Als Verzet
Veganisme vergt discipline. Standvastigheid. Niet per se in je hart, maar in je daden. De meeste mensen die veganistisch gaan eten, doen dat met overtuiging. Maar overtuiging is geen garantie voor volhouden.
Het internet staat vol met verhalen van ex-vegans. Mensen die na maanden of jaren weer ‘gewoon’ zijn gaan eten. Soms omdat ze sociale druk ervoeren. Soms omdat ze gezondheidsproblemen hadden…of dachten te hebben. Soms omdat ze het niet volhielden. Eén van de meest recente en meest vreemde voorbeelden is Ali Tabrizi, de maker van Seaspiracy. De man die wereldwijd miljoenen mensen wakker schudde over de vernietiging van onze oceanen… blijkt zelf geen veganist meer. Zijn reden? Hij wilde marshmallows kunnen eten op een kampeertrip en hij moest wat ver reizen voor vegan marshmallows…zucht…
Nu is het makkelijk om daar iets cynisch over te zeggen…en ik moet mij inhouden dat ook te doen…maar de waarheid is: het is ook moeilijk. Niet om plantaardig te eten op zich. Maar om dat te blijven doen in een wereld die dagelijks iets anders van je vraagt. Een wereld die je keer op keer herinnert aan wat ‘normaal’ is.
En als je dan niet alleen vegan wilt zijn, maar een stap verder wilt gaan… iemand die zich uitspreekt, die zorg draagt, die zichtbaar afwijkt… dan vraagt dat om een ijzersterke basis. Geen los voornemen, maar een ingebouwd ritme.
Mensen maken gedrag zich eigen via herhaling. Dat is geen wilskrachttruc, maar neurobiologie. In het begin vraagt elke handeling bewuste aandacht…het koken, het nadenken, het lezen van etiketten. Maar naarmate je gedrag vaker herhaalt, ontstaan er nieuwe neurale verbindingen. Je hersenen gaan energie besparen. Het wordt gewoonte. Automatismen nemen het over van motivatie. En precies dáár zit de kracht van herhaling: het maakt wat eerst discipline vroeg, tot iets wat vanzelf gebeurt.
Gewoonteverandering begint bij eenvoud en consistentie. Kleine, herhaalbare acties. Dingen die je elke dag kunt doen. Niet indrukwekkend. Maar duurzaam. En neurologisch gezien: de enige weg naar blijvende verandering.
En natuurlijk… er zullen dagen zijn dat het niet lukt. Dat je uit ritme raakt. Iets vergeet. Te moe bent. Je verliest in gemak of emotie. Dat hoort erbij. Maar dat is geen reden om alles los te laten. Herhaling is geen perfectie. Herhaling is weten dat je morgen opnieuw kunt kiezen. Dat elke dag een nieuwe kans is om trouw te zijn. Herhaling is niet groot en heroïsch… maar klein, dagelijks, en allesbepalend.
En precies daarom vraagt herhaling om discipline. Niet de discipline van dwang of zelfhaat, maar van betrokkenheid. Van zorg. Van willen blijven doen wat je belangrijk vindt…ook als het even niet vanzelf gaat. Zonder discipline zakt herhaling weg in gewoonte. Met discipline wordt het een ritueel. Een anker. Een keuze die je telkens weer bevestigt wie je bent en waar je voor staat.
De Vrijheid van Discipline
Discipline is voor mij een redelijk nieuw fenomeen. Een groot deel van mijn leven kan eigenlijk het best worden samengevat als: een geheel gebrek aan discipline. Tien jaar geleden lukte het me niet om vaker dan één keer per maand te koken. Alcohol dronk ik dagelijks. De enige herhaling in mijn leven was toen: voor de twintigste keer alle afleveringen van Seinfeld kijken.
Discipline kwam pas toen ik doorhad dat ik niet aan het leven was. Dat ik mijn dagen verspilde aan het consumeren van alles wat deze wereld in de aanbieding heeft. Streaming, scrollen, snacks, scrollen, scrollen, slapen. Ook al heb ik me nooit de norm gevoeld, ik leefde de norm wel. Ik was onderweg naar die Wall-E-toekomst waar iedereen roerloos op een scherm tuurt terwijl de wereld vergaat… en comfort het laatste excuus is om niets te hoeven doen. Comfort als verdoving. Comfort als norm. Comfort als gevangenis.
Discipline heeft mij daaruit gehaald. Zonder discipline was ik geen veganist geworden. Had ik nog steeds dagelijks alcohol gedronken. Had ik mijn avonden blijven verspelen achter mijn PlayStation. Was het me nooit gelukt om dagelijks te schrijven. Dankzij discipline… en de kracht van herhaling… ben ik nu in staat om drie minuten mijn adem in te houden, omdat ik iedere ochtend ademhalingsoefeningen doe. Ik douche elke ochtend koud. Geen gevecht meer… het is gewoon wat ik doe. Ik werk in de tuin omdat mijn lijf dat wil, niet omdat het moet. Omdat iets in mij weer wakker is. Maar dat wil niet zeggen dat ik af ben. Vandaar: herhaling.
Ik kook nog steeds niet elke dag. Soms eindigt het gewoon in een wrap met pindakaas, omdat ik geen zin heb om iets te maken. Hardlopen? Is er de laatste weken bij ingeschoten. Of het is iets met mijn voet. Of met mijn rug. Of met iets anders wat op dat moment goed genoeg voelt om het niet te hoeven doen. En dat is niet erg. Het is menselijk. Maar het vraagt wel om terugkomen. Steeds opnieuw. Herhalen tot het iets is geworden waar je niet meer over nadenkt.
Voor de Super Vegan is herhaling geen saai ritueel, maar moreel onderhoud. Een manier om scherp te blijven in een wereld die je wil afstompen. Een manier om zacht te blijven in een wereld die je wil verharden. Niet perfect, niet foutloos, maar volhardend. Niet om jezelf te straffen…maar om jezelf overeind te houden. Discipline heeft mij vrijgemaakt. Herhaling zorgt ervoor dat ik overeind blijf.
Tot slot: Dieper Dan de Storm Reikt
Om te kunnen wortelen… moet je eerst aarden. Geen boom kan blijven staan zonder bodem. Geen mens kan blijven strijden zonder grond onder de voeten. De sterkste boom ter wereld is de Shepherd's tree in de Kalahari...ogenschijnlijk nietig, maar met wortels die tot 70 meter diep reiken. Hij overleeft droogte, storm, hitte. Niet omdat hij groot is, maar omdat hij diep is. Zo moet ook de Super Vegan worden: niet luid, niet perfect, niet bewonderd… maar onverplaatsbaar.
Vind een plek om te landen. Een ruimte waar je niet hoeft te overtuigen, te vechten, te bewijzen. Al is het maar één stoel, één tuin, één ademhaling lang. Zonder rust, geen herstel. Zonder herstel, geen veerkracht.
Zoek verbinding met zij die dragen. Niet de massa, maar de enkeling die jou begrijpt. Zoek hen op. Houd ze vast. Stuur dat bericht. Spreek af. Verdwijn niet in je eenzaamheid, maar laat je zien. Zelfs als je denkt dat je de enige bent: je bent nooit de enige.
Herhaal. Herhaal wat je belangrijk vindt. Niet om de buitenwereld te overtuigen, maar om jezelf te blijven herinneren. Herhaal tot het vanzelf gaat. Tot je lichaam het weet. Tot je geest het rustpunt heeft gevonden waarop hij kan bouwen.
Doe dat… en de gewortelde jij is iemand waar men niet omheen kan. Niet omdat je de wereld overwint, maar omdat je niet meer wankelt bij elke windvlaag. Omdat je weet wie je bent, waar je voor staat… en omdat je daar blijft staan. Voor alles wat leeft.