De Weg Naar de Super Vegan

Veganisme is niet het eindpunt. Het is het begin van iets radicaal anders…maar als je denkt dat je er bent door simpelweg je dieet aan te passen, andere schoenen te dragen en je shampoo in te ruilen voor een proefdiervrije variant… dan heb je het mis. Veganisme alleen, veganisme in de huidige vorm… is niet genoeg. Hoe goed je bedoelingen ook zijn: het is niet genoeg.

Kijk eens echt om je heen. Niet naar je feed, die bubbel, waar je deel van uitmaakt, maar erdoorheen. Kijk naar de supermarkt, waar vegan stickers symbool zijn geworden voor ethische uitbesteding. Luister naar de gesprekken op kantoor, waar taart pas telt als er boter in zit. Sla de talkshows open: alles bespreekbaar, behalve het wezenlijke. Check het politieke debat: het dier als productie-eenheid, het milieu als businessmodel. Wandel een ziekenhuis binnen waar kanker met miljoenen wordt bestreden , maar niemand zegt dat een dieet van planten onze westerse ziektes kan voorkomen. Hoe ver zijn we werkelijk gekomen?

We zijn mainstream geworden. We doen mee. We hebben ons eigen schap, onze eigen influencers en zelfs ons eigen politieke partij. We zitten aan tafel, ook voor ons is er een optie op het menu. We mogen iets vinden, zolang het niet te veel schuurt. We mogen meepraten, zolang we niet te hard praten. En juist dat is het probleem.

We zijn niet langer de rebellen die het keizerrijk proberen omver te werpen. We hebben ons kamp opgeslagen binnen de muren. Ons eigen hoekje opgeëist. En ja, af en toe gooien we nog een boze steen richting het paleis…Maar vanuit het paleis lachen ze vriendelijk terug en zwaaien ons toe: “Fijn dat jullie er ook zijn!” We mogen naar binnen…via de dienstingang. En als we protesteren, is het met toestemming. Op aangewezen plekken. Onder begeleiding van paleisbewakers. Waar we ons ook altijd netjes aan houden. En de burgers van het keizerrijk? Die schikken zich moeiteloos. Niet uit overtuiging, maar uit gemak. Ze willen comfort, vermaak, een korting op hun weekendje weg. Ze laten zich sussen door keurmerken en lullige reclames met boerderijdieren in valse zonsondergangen. Ze denken niet, ze volgen. Niet omdat ze slecht zijn… maar omdat ze moe zijn. Moe van denken, moe van schuld. Zij zijn het kuddedier waar Nietzsche voor waarschuwde: tevreden in de vallei, als de kudde maar warm en gevoed is. Daarom werkt ons morele appel niet. Niet omdat het onwaar is, maar omdat het te veel vraagt van een mens die liever geleid wordt dan ontwaakt. Een mens die liever blijft liggen in de morele wieg die het systeem voor hem gebouwd heeft.

Wat nu nodig is, is geen betere folder. Geen hardere leus. Geen betere vleesvervanger. Wat nu nodig is, is een ander mensbeeld en een ander verhaal. Niet de wereld verbeteren door een beetje minder slecht te doen, maar door een leven te belichamen dat niet meer past binnen het oude frame. Het wordt tijd dat wij veganisten, binnen de muren van het keizerrijk, ons eigen rijk bouwen. Niet als een alternatief idee… maar als een manier van leven. Een leven dat zich verspreidt als een kruipende bodembedekker: zacht, vasthoudend, en onstuitbaar. Niet door nog één steen te gooien die ze moeiteloos opvangen, maar door te worden wat ze nooit hadden voorzien.

En dus begint de weg naar de Super Vegan hier: bij acceptatie. De acceptatie dat je nog maar net bent begonnen. Dat veganisme geen overwinning is, maar een eerste barst in een systeem dat je nog nauwelijks begrijpt. Dat je ethiek niet genoeg is. Dat je gelijk hebben niet genoeg is. Niet als je werkelijk iets wilt veranderen. Het begint bij accepteren dat de mens niet zal veranderen voor een ander, maar alleen voor zichzelf.

Moreel Gelijk = Morele Stilstand

Veganisme is een ethische kwestie. Geen dieet, geen lifestyle, geen klimaatoplossing… puur en alleen een morele keuze. Althans, dat is wat ik vaak hoor van mede-vegans. En ja, technisch gezien klopt dat. Maar je hebt er geen ene reet aan. De dieren waarvoor jij zegt te strijden? Die merken daar helemaal niks van. Appelleren aan het morele kompas van de mens? Dat doen we al decennia en het werkt niet meer. De mensen die om ethische redenen besloten hebben over te stappen op een plantaardig dieet die hebben we inmiddels wel bereikt. De rest krijgen we niet mee op deze manier. Ik geloof daar niet in, en ik kan me niet voorstellen dat andere overtuigde veganisten daar zelf nog wel in geloven. Veganisme is een ethisch principe…het klinkt misschien standvastig, maar je lost er niks mee op.

Als dat écht jouw strategie is…blijven wijzen op je morele gelijk terwijl de wereld doordraait…dan kun je net zo goed weer een stuk dode koe op de barbecue gooien. De mens verandert namelijk niet uit compassie. Niet omdat jij een filmpje deelde van een varken dat krijsend een slachthuis in wordt gesleept. Niet omdat je uitlegt dat melk drinken bijdraagt aan kalvermoord, dat bont moord is, dat een vis ook pijn voelt. Je hebt gelijk… maar niemand luistert. Niet omdat je liegt, maar omdat de waarheid niet verkoopt. De mens een volgzaam dier. Hij doet wat de rest doet, denkt wat hem verteld wordt te denken, voelt wat de reclame hem aanpraat te voelen. Hij eet wat zijn ouders hem gaven, werkt waar zijn studie hem bracht, denkt in de taal die de wereld hem gaf. Zelfs zijn ‘vrije keuzes’ zijn grotendeels algoritmes in vermomming.

Rutger Bregman schreef “de meeste mensen deugen”… maar wie dat boek goed leest, kan haast niet anders dan concluderen dat “de meeste mensen volgen”. Ze volgen een valse profeet, de lokale voetbalclub, de supermarktbonusfolder, een dieetgoeroe met een podcast en een sixpack. Ze volgen influencers die op Bali verkondigen dat geluk een keuze is, terwijl ze hun volgers verkopen aan de hoogste bieder. Ze volgen tradities die niemand begrijpt, regels die niemand uitlegt, en systemen die iedereen beschadigen.

Ze volgen het nieuws alsof het waarheid is, hun horloge alsof het richting geeft, hun collega’s alsof die weten wat het leven betekent. Ze volgen reclames, algoritmes, autoriteiten…alles behalve hun eigen geweten, want dat is onhandig. Ze volgen het ritme van de werkweek en de belofte van het weekend alsof daar hun vrijheid ligt, en noemen dat volwassenheid.

Ze volgen blind. En dat blinde volgen noemen ze ‘de norm’. Omdat het niet te veel pijn doet, niet te veel vraagt, en vooral niet confronteert. Want stilstaan bij wat echt waar is, zou betekenen dat alles wat ze doen misschien níét klopt. Dus volgen ze liever nog een dieet, een carrièrepad, een investeringsapp, een zelfhulpboek, een nieuwe serie, een oude gewoonte, een stemwijzer, een god, een fles wijn.

Zolang ze maar niet hoeven stoppen en vragen: waarom doe ik dit eigenlijk? Want dan zouden ze zomaar een waarheid kunnen tegenkomen die nergens in de folder stond. Een waarheid die schuurt, die iets van je vraagt, die alles op z’n kop zet.

De mens verandert niet voor anderen, vanuit weldoordachte argumenten. Hij verandert alleen als hij gelooft dat iedereen het doet. Of als er korting op zit. En ondertussen blijft het systeem hem precies daar houden waar het hem wil hebben: in patronen, in afhankelijkheden, in consumptie. Niet omdat het goed voor hem is, maar omdat het goed is voor het systeem. Gezonde, vrije, bewuste mensen leveren geen winst op. Dus blijven we hangen in halve waarheden, goedkope verleidingen en ‘persoonlijke keuzes’ die toevallig exact zijn wat de markt van ons vraagt.

Daarom werkt het morele appel niet. De mens wil niet “lijden” voor een ander. Hij wil zich goed voelen over zichzelf, zonder iets op te geven. Hij verandert pas als hij denkt dat het hemzelf iets oplevert. Of als de meerderheid het doet.

En precies dáár ligt onze opdracht. Als veganisten moeten we niet blijven roepen dat de wereld onrechtvaardig is… dat weet iedereen al. We moeten niet alleen beargumenteren dat het anders kan en moet…we moeten laten zíen wat een alternatief leven oplevert. Niet alleen voor de dieren, maar voor de mens zélf. Want als er iets in het belang is van die mens, dan is het wel veganisme. Alleen: hij weet dat nog niet.

De mens denkt dat het inruilen van zijn stukje vlees voor een curry een vorm van opoffering is...dat hij iets moet laten, dat hij moet lijden zodat een ander niet hoeft te lijden. De mensen denkt iets te moeten laten, waarvan hij denkt dat hij het nodig heeft. Maar wat hij niet begrijpt, is dat dat stukje vlees alles is, behalve iets wat hij werkelijk nodig heeft. Laat hem zien wat een plantaardig dieet met je gezondheid doet… hoe het ziekten voorkomt, je energie teruggeeft, je lichaam en geest helderder maakt. Laat zien hoe je zonder al die verzorgingsproducten, bedacht door marketeers, ineens verlost bent van eczeem en schilfers…verlost van afhankelijkheid. Laat zien wat er met je gebeurt als je weer contact maakt met een dier, niet als bezit, maar als medebewoner. Laat hem voelen wat het is om echt te leven, verbonden met natuur, met ritme, met verantwoordelijkheid.

Onze taak is niet om de mens te veroordelen, maar om hem los te trekken van de kudde. Niet met argumenten, maar door te leven. Niet door te zeggen dat het anders moet, maar door te leven alsof het al anders is. Accepteer dat de huidige aanpak tekortschiet. En daarmee bedoel ik niet alleen de strategie naar buiten toe… maar ook wat jij, als veganist, zelf nog niet onder ogen hebt willen zien. Je zult moeten accepteren dat jouw keuze geen systeemverandering is, maar slechts een begin; dat je zelf nog diep vervlochten zit in het systeem dat je zegt te verwerpen; en dat je manier van leven misschien plantaardig is, maar niet per se bevrijdend…niet voor jou, en niet voor hen.

Accepteer dat ook jij onderdeel bent van het probleem. Dat jouw strijd, hoe oprecht ook, vaak weinig meer is dan een spiegel waarin je jezelf kunt geruststellen. En dat er pas iets verandert… echt verandert… wanneer je die spiegel durft te breken. Niet om jezelf te straffen, maar om jezelf opnieuw te zien. Want hoe kun je anderen uit de kudde trekken, als je er zelf nog middenin staat? En het moeilijkste om te accepteren? Dat je misschien wel gelijk hebt… maar dat dat gelijk helemaal niets verandert.

Stop met Roepen, Begin met Leven

Als appelleren aan het morele kompas van de mens niet werkt… en jij weet dat net zo goed als ik… wat dan? Geef je het op? Leg je je erbij neer? Blijf je hetzelfde doen als wat je altijd gedaan hebt? Hopen dat de mens ooit ontwaakt uit zijn cognitieve winterslaap? Of durf je jezelf af te vragen: wat moet ik anders doen?

Dat geldt overigens ook vooral voor mij. Wat moet ík anders doen? Door blijven gaan met stukjes schrijven, in de hoop dat ze op het juiste moment bij de juiste persoon belanden? Filmpjes maken bij die stukken waarin ik in anderhalve minuut probeer samen te vatten waar ik in vijfduizend woorden nauwelijks aan toe kom? Cynische comments plaatsen op social media, omdat ik nou eenmaal gelijk heb?

Of wordt het eens tijd om voorbij dat gelijk te kijken? Niet omdat het niet klopt… maar omdat het niets oplevert. Niet voor de dieren, niet voor de wereld, en eerlijk gezegd: ook niet voor mij. Misschien moet ik beginnen met het loslaten van die bewijsdrang. Ik weet dat ik gelijk heb…maar waar heb ik dan eigenlijk precies gelijk in? En belangrijker: wat dóé ik met dat gelijk? Want hoe anders leeft de gemiddelde veganist dan de mens die hij verafschuwt om zijn carnistische keuzes? Hoe anders leef ik?

Begrijpt de veganist eigenlijk wel waarom veganisme belangrijk is? Niet omdat het “het meest ethische” is om te doen… maar omdat het de potentie heeft om levens radicaal te veranderen. Niet alleen die van de dieren, maar ook van onszelf.

Een goed gebalanceerd plantaardig dieet is misschien wel het beste wat zowel de carnist als de veganist kan overkomen. Het verlaagt je bloeddruk, je cholesterol, het vermindert ontstekingen, voorkomt chronische ziekten. Het geeft je energie terug. Het maakt je helder. Maar leeft de veganist dat besef ook uit? Of is het vooral nog steeds een protest? Een ‘nee’ tegen de wereld… in plaats van een ‘ja’ tegen een nieuwe manier van leven? Als dat echt zo, waar de wetenschap volmondig ja van zegt, waarom zetten we dan niet alles op alles om dit te laten zíen? Waarom blijven we hangen in schokkende beelden en morele verwijten, terwijl de kracht van plantaardig leven zo veel groter is dan protest alleen?

De veganist die verbonden is met zijn natuurlijke omgeving, die met blote voeten door het gras loopt en begrijpt hoe onnatuurlijk het is dat we in steden leven waar zelfs dát een risico is vanwege glasscherven… die veganist snapt dat onze omgeving ziek is. Dat wij ziek zijn. En dat we daar uit kunnen breken.

De veganist die ooit werkelijk een connectie heeft gehad met een dier…weet dat we niet moeten roepen dat we dieren met rust moeten laten. We moeten ze opzoeken. Niet om ze te gebruiken, maar om opnieuw te leren wat verbinding betekent.

Dus: wat dóe jij om een einde te maken aan de praktijken die je verafschuwt? Wat voor nut hebben je acties echt? Je kiest plantaardig, je koopt geen leer, je draagt je buttons, je doneert misschien aan een goed doel. Maar verandert er werkelijk iets?

Als je tot het besef komt dat dit… hoe goed bedoeld ook… niet genoeg is, dan begint de echte zoektocht pas. Naar nieuwe strategieën. Nieuwe manieren. Nieuwe vormen van leven. En ik geloof dat het antwoord dichterbij ligt dan je misschien denkt. Niet in systemen, of in campagnes. Maar bij jezelf.

De Revolutie Begint bij Jezelf

Om voor een ander te kunnen zorgen, moet je eerst voor jezelf kunnen zorgen. Dat klinkt misschien als een cliché, maar het is een harde waarheid. De veganist die vooral vanuit zijn bubbel boos naar de wereld schreeuwt, doet er beter aan eerst naar binnen te keren. De wereld verandert niet van buiten naar binnen, maar van binnen naar buiten. En dus begint de weg naar de Super Vegan met radicale zelfzorg.

Radicale zelfzorg betekent jezelf serieus nemen als instrument van verandering. Je lichaam, je geest, je energie…dat is je gereedschap….je basis. Wie radicaal voor zichzelf zorgt, zorgt dat het scherp blijft. Dat betekent: voed je lichaam met wat het echt nodig heeft. Beweeg op een manier die natuurlijk is. Zoek de elementen op, de zon, de wind, de regen. Ontwijk het kunstlicht van je scherm. Ontsnap aan de algoritmes die je verslaafd houden aan ruis. Herstel je ritme. Bouw aan routines. Slaap goed. Eet zuiver. Denk helder. Dat is geen verwennerij, dat is verzet.

Telkens wanneer ik een strikt gebalanceerd plantaardig dieet volg met alles wat ik nodig heb… geen fratsen, geen junk… merk ik het meteen. Mijn lijf verandert. Mijn hoofd klaart op. Ik hou energie over. Ik voel me lichter, fitter, minder moe. Maar telkens wanneer er toch weer een patatje, een zak chips of een bewerkt veganproduct tussendoor glipt, verandert dat. Net als wanneer ik ga zitten in plaats van bewegen, scrollen in plaats van schrijven, autorijden in plaats van tuinieren. Alles verslapt. Alles verdwijnt. Het verschil tussen voluit leven en overleven zit ‘m in discipline.

En discipline hebben we al. De veganist die ‘nee’ kan zeggen tegen kaas op pizza, moet ook ‘nee’ kunnen zeggen tegen de gemakzucht die ons onderuit haalt. Het vermogen om ‘nee’ te zeggen tegen een systeem dat dieren opsluit, moet ook gelden voor een systeem dat jou sloopt. Als jij weet waarom je geen melk meer drinkt, moet je ook weten waarom je eet wat je eet. Niet alleen hoe je hummus maakt, maar waarom kikkererwten je wapens zijn. Neem dit voorbeeld:

“Wat zit jij nou te eten?” vraagt die ene collega, happend in een klef saucijzenbroodje.

“Een salade met geroosterde kikkererwten, quinoa, wortel, zoete aardappel en champignons.”

“Gadverdamme,” zegt hij lachend, “en dat eet jij vrijwillig?”

“Zeker. Het is niet alleen superlekker, maar ook rijk aan vezels, plantaardige eiwitten, vitamine A, C, E, complexe koolhydraten en essentiële mineralen zoals magnesium en ijzer. Het houdt mijn bloedsuiker stabiel, mijn hoofd helder, en m’n darmen gezond. En jij? Weet je wat je eet?”

“Wat is een saucijzenbroodje eigenlijk? Een lapje ‘restvlees’ van onbekende herkomst…stukken van een varken gemengd met de resten van kippen en runderen. Samengeperst met zout, suiker, conserveermiddelen en smaakversterkers. Alles wat overblijft aan de slachtlijn, vermalen tot een massa die qua smaak vooral leunt op E-nummers en vet. Daarna omhuld met wit meel en vet. Het resultaat: een caloriebom die je energie kost in plaats van oplevert. Verzadigd vet, bewerkt vlees, en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, diabetes en ontstekingen. En dat is nog los van het verhaal áchter dat lapje vlees. Want achter dat kleffe broodje schuilt een ooit levend wezen. Of beter gezegd: meerdere. Een varken, een kip, een rund… gefokt, opgesloten, uitgemolken, vetgemest, vermoord. Niet omdat het moest. Maar omdat jij iets hartigs voor de lunch wilde. Omdat het goedkoop is. Omdat het ‘lekker makkelijk’ is. Maar wat voor jou makkelijk is, is voor de rest van ons een doodsvonnis. Dat saucijzenbroodje staat symbool voor een keten van uitstoot, landgebruik, watervervuiling, methaan, stikstof en ontbossing. Eén simpel tussendoortje… honderden liters water, kilo’s CO₂, en een paar geschrapte leefjaren verder. Van zowel jouzelf als de dieren die vermengd zitten tussen dat hoopje bladerdeeg…is dat wat jij eet? Mocht je je afvragen of wat ik eet wel smakelijk is… je mag best een hapje proeven. Maar misschien moet je je eerst eens afvragen wat jíj eigenlijk eet.”

Stel je voor dat je op deze manier antwoord kunt geven. Cool, calm en collected… informatief, feitelijk juist, en met een compleet verhaal. Want ik zeg helemaal niet dat we ethiek moeten laten varen. Integendeel: veganisme begint misschien bij ethiek, maar het vertelt niet het hele verhaal. Misschien verandert die collega niet. Maar de vier of vijf anderen die stilletjes meeluisteren, misschien wel. Niet omdat jij zo nodig gelijk hebt, maar omdat je iets liet zíen wat zij ook zouden willen vóelen: controle, energie, helderheid, gezondheid.

Dát is waar radicale zelfzorg om draait. Snappen wat jij nodig hebt. Snappen wat je níét nodig hebt. Kennis vergaren over wat echte voeding is… en dat vervolgens toepassen. Begrijpen wat je lichaam en geest nodig hebben…en daar daadwerkelijk naar handelen.

Ik ben ervan overtuigd dat wij veganisten onszelf moeten overwinnen. Voorbij ethiek. Lezen, leren en toepassen…accepteren, reflecteren en nieuwe acties toepassen. Net zolang we de formule hebben gevonden die echt een einde gaat maken aan de praktijken van de bio-industrie. We moeten laten zien dat wij het systeem niet ontvluchten, maar overstijgen. Dat wij niet tekortkomen, maar overvloeien van kracht. Verandering begint niet bij de ander, en ook niet bij gelijk. Het begint bij jezelf.

Dit was mijn voorlopig laatste stuk. De komende zomer gebruik ik om te reflecteren. Om radicaal voor mezelf te zorgen…maar de nieuwsbrief gaat doorover twee weken kun je daarin meer lezen over mijn eigen reis… en vind je daar een complete uitwerking van wat radicale zelfzorg betekent. Want daar begint het… maar daar eindigt de weg naar de Super Vegan niet.

Volgende
Volgende

Zo Sprak de Super Vegan